Je gunt het de cliënten dat er vaker dan eenmaal per jaar een verplicht bezoekje gebracht wordt. En dat er niet alleen maar professionals meedenken over de goede zorg.
Hoe organiseer je dat? Wat is jouw rol?
* Mijn eerste advies is: overweeg met een andere insteek naar de situatie te kijken. De uitspraken “De familieleden hebben vertrouwen in onze goede zorg,” of: “De familieleden hebben vroeger niet de kans gekregen een band op te bouwen,” hebben een andere nuance dan “De familieleden van onze cliëntengroep zijn niet betrokken.”
* Mijn tweede advies: als je de situatie anders bekijkt, overweeg dan de familieleden een vraag te stellen. Bijvoorbeeld: “Hoe is het voor u een familielid met een beperking te hebben?” of: “Weet u de dag nog dat … uit huis ging?”
Wees niet bang om door te vragen. “Ik heb het gevoel dat u op de zorg vertrouwt en zich niet teveel wilt bemoeien, klopt dat?”
* Mijn derde advies: durf te ‘sturen’. Een familielid dat jaarlijks op bezoek komt en wat onthand lijkt, vindt het misschien wel fijn als jij uit jezelf vertelt welk speelgoed de cliënt leuk vindt, of wanneer de cliënt plezier heeft. Misschien helpt het als je vertelt wat de cliënt onlangs heeft gedaan, zodat het gesprek wat op gang komt. Overweeg aan te bieden een tijdje bij het bezoek te blijven, zodat de cliënt en zijn familielid de tijd hebben op elkaar af te stemmen.
Tot slot: iedere situatie is anders. In dit bericht schets ik enkele situaties, maar er zijn natuurlijk veel meer nuances en gebeurtenissen die van toepassing kunnen zijn.
– Sandra